Bij het fokken van honden komt veel kijken. Er is meer van belang dan alleen het hebben van een reu en een teef. We willen allemaal dat onze honden zo gezond mogelijk zijn en daarom worden bij verschillende rassen onderzoeken uitgevoerd om de beste ouderdieren te selecteren.
De verschillende onderzoeken die bij ons uitgevoerd worden, zijn röntgenologisch onderzoek, DNA onderzoek en oogheelkundig onderzoek.
Röntgenfoto’s worden gemaakt van heupen, ellebogen, schouders en rug. Per ras zijn andere richtlijnen voor wat getest moet worden en op welke leeftijd. Voor DNA onderzoek wordt wangslijm of bloed afgenomen en daar kan een gespecialiseerd laboratorium dan genetisch materiaal uit halen. DNA onderzoek is voor steeds meer rassen en steeds meer aandoeningen aan te vragen.
Het onderzoek van de ogen gebeurt door een specialist oogheelkunde, op deze manier kunnen we meerdere oogafwijkingen uit sluiten. Ook hierbij is het doel om de beste ouderdieren te selecteren. Gedrag en bouw van de hond zijn natuurlijk ook belangrijke factoren, die door fokkers en keurmeesters worden gecontroleerd.
Als we dan de juiste ouderdieren hebben, is het natuurlijk belangrijk dat ze op het juiste moment bij elkaar komen. Hiervoor is een bloedonderzoek mogelijk. Daarvoor prikken we bloed bij de teef en kunnen we op de praktijk zelf het bloed onderzoeken op de hoeveelheid progesteron. Dit progesteron stijgt tijdens de loopsheid en is een heel goede maat voor het tijdstip van ovuleren. Op dat moment komt de reu in het spel. De geselecteerde reu moet natuurlijk ook goed zaad geven. Dit kan onder de microscoop onderzocht worden op aantal zaadcellen en op beweeglijkheid van de zaadcellen. En indien de reu om welke reden dan ook, niet wil of kan dekken, kan er ook een kunstmatige inseminatie ingezet worden. Dit doen wij op de praktijk op verschillende manieren, de klassieke methode met een inseminatie pipet, waarbij het zaad bij de baarmoedermond wordt gedeponeerd. En met de endoscopische inseminatie kijken we mee met een camera en wordt het zaad tot in de baarmoeder, voorbij de baarmoedermond gedeponeerd.
En dan is het wachten, wachten, wachten….
Als de teef 4 weken drachtig is, kan dit bevestigd worden door een echo. Hiermee kunnen we zien of de teef drachtig is. Het tellen van de vruchtjes is op dat moment nog heel lastig. Om zeker te weten hoeveel pups er in de baarmoeder zitten kunnen we met 8 weken dracht een röntgenfoto maken en de pups tellen. Bij erg grote nesten, liggen pups soms over elkaar en is het nog steeds moeilijk om het precieze aantal te voorspellen.
Als de teef ongeveer 63 dagen drachtig is, gaat ze bevallen. Ook hierbij zijn weer meerdere mogelijkheden. Zoals bij mensen, bestaat bij honden ook de mogelijkheid van een natuurlijke bevalling, maar als er complicaties zijn of zijn te verwachten, wordt een keizersnede uitgevoerd. Deze operatie gebeurt op de praktijk in de operatiekamer. En als de pups dan veilig onder de warmtelamp liggen en de teef na de operatie weer goed wakker is, dan neemt de fokker de teef met pups mee naar huis. Hier begint het werk voor de teef en indien nodig kan de fokker haar helpen door pups aan te leggen of flesvoeding te geven. De pups worden vaak dagelijks gewogen en gecontroleerd en ze moeten regelmatig ontwormd worden.
Als alles goed verloopt, komen de pups pas weer op de praktijk als ze 6 weken oud zijn. Dan krijgen ze hun eerste enting en rond deze tijd worden ze ook gechipt.
Terug naar het overzicht