Kreupel

Wat is de oorzaak?

Loopt uw hond kreupel, dan is het belangrijk om te weten waar dit vandaan komt. Door een goed onderzoek van de gewrichten en spieren kunnen we vaak al een diagnose stellen. In sommige gevallen is het nodig om verder onderzoek uit te voeren of om bevindingen na een onderzoek te bevestigen. We starten dan met röntgenopnamen. Voor het maken van röntgenfoto’s is soms een sedatie nodig. Bij uitzondering kan het nodig zijn om een CT- of MRI-scan te maken of een kijkoperatie uit te voeren in een gewricht, een arthroscopie.

Als eenmaal een diagnose is gesteld, stellen we een plan van aanpak op. Een groot deel van de kreupelheidsklachten zijn met voldoende rust en een ontstekingsremmende pijnstiller goed op te lossen. Bij andere problemen zoals een gescheurde kruisband of elleboogdysplasie is het nodig om een operatie uit te voeren.

Klik hieronder op de locatie waar het probleem zit en u krijgt meer informatie over dit deel van het lichaam.

Schouder Rug Elleboog Knie Pols Hak

Voorhand

Een probleem in de voorhand kan in de ondervoet zitten, vanuit de pols (carpus) komen, vanuit de elleboog, schouder of nek. Bij een hond die mank loopt aan een voorpoot, zullen we altijd eerst een aantal vragen stellen om een goed beeld te krijgen van het probleem. Zo komen bepaalde aandoeningen van gewrichten bij bepaalde rassen meer voor en kan de kreupelheid op een specifieke leeftijd starten.

Indien er onduidelijkheid is over welke poot het gaat, zullen we de hond over de gang of buiten laten lopen. Dit geeft meer informatie over welke poot het gaat, maar ook hoe de hond de poot neerzet. Daarna zullen we de voorpoot onderzoeken van onder naar boven. Hierbij beginnen we bij de “gezonde” poot. Dit is om te weten wat de normale beweging en reactie van deze hond is.

Schouder

OCD - osteochondrosis dissecans

OCD is een probleem dat in verschillende gewrichten voor kan komen, maar is bij de hond het meest bekend in het schoudergewricht. Door een ontwikkelingsfout in het gewricht ontstaat een los stukje in het kraakbeen van het gewricht. Dit stukje kan schade veroorzaken in het tegenoverliggende kraakbeen, dit noemen we kissing lesions. Het losse stukje kan ook los gaan zwerven in het gewricht en op verschillende plaatsen in het gewricht voor pijn zorgen. Dit stukje kan verwijderd worden uit het gewricht, zodat het niet nog meer schade kan veroorzaken.

Elleboog

LPC – los processus coronoideus

LPC is een probleem dat tijdens de ontwikkeling van de botten en gewrichten ontstaat. Dit is een botuitsteeksel van de ellepijp (ulna), dat in het ellebooggewricht voorkomt, dat door een ontwikkelingsfout los blijft van de rest van de ellepijp. Klachten komen vaak tussen de leeftijd van 5 en 10 maanden naar voren.

Bij grote hondenrassen wordt er bij de ouderdieren op gescreend om dit probleem zo veel mogelijk te kunnen voorkomen. Door met gezonde ouderdieren te fokken, kunnen we problemen bij de jonge dieren zo goed mogelijk voorkomen. Dit kan nooit 100%, omdat niet alleen erfelijkheid een rol speelt. Ook voeding, omgeving, beweging en gewicht spelen een rol in de ontwikkeling van LPC.

De behandeling van LPC bestaat uit het verwijderen van dit losse stukje, door middel van een operatie.

LPA – los processus anconeus

LPA is eveneens een probleem dat tijdens de groei ontstaat bij de jonge hond. Het is, net als een LPC een los stukje in het ellebooggewricht. Een LPA zit hoger in het gewricht, ook aan de ellepijp (ulna). Klachten ontstaan als de hond tussen de 5 en 10 maanden oud is.

De behandeling bestaat uit het verwijderen van dit losse stuk, door middel van een operatie.

Incongruentie

Dit probleem komt minder vaak voor, dan de voorgaande problemen. Hierbij zijn de ellepijp en het spaakbeen niet even lang. Hierdoor ontstaat er een soort “trapje” in het elleboog gewricht, waardoor dit niet goed kan buigen. Dit kan lijden tot te hoge druk lokaal, waardoor een LPC kan ontstaan en er uiteindelijk schade aan het kraakbeen ontstaat. Voor het aanpakken van incongruentie is het essentieel dat er zo vroeg mogelijk een diagnose wordt gesteld. Voor de behandeling is er meestal complexe chirurgie nodig, die soms in verschillende fases moet worden uitgevoerd.

Pols

De pols wordt bij de hond vaker carpus genoemd. Dit is een gebied dat bestaat uit verschillende gewrichten, bandjes en pezen. Er zijn dus veel elementen in de pols die samen moeten werken en dit kan door een misstap problemen veroorzaken. Overstrekken van de pols komt voor door het springen van een hoogte. De pezen aan de achterkant van de pols worden dan opgerekt of kunnen zelfs afscheuren. Stabilisatie in het gewricht door een brace, spalk of operatie is dan nodig.

Wervelkolom

Nek

Nekpijn komt regelmatig voor bij honden. Dit komt vaker voor bij kleine honden dan grote, onder andere bij de Teckel of Franse Bulldog. Vaak valt het op dat de hond weinig loopt en veel ligt of juist onrustig is en niet durft te gaan liggen. Hondjes die normaal op de bank springen, durven dit plots niet meer. Ook het uitschudden is vaak een probleem. Dit kan wijzen op een nekhernia. Dit is een probleem waarbij de tussenwervelschijf uitpuilt richting zenuw en daarom drukt op die zenuw. Soms is dit met medicatie te behandelen en soms is een operatie nodig.

Rug

Rugklachten komen ook veel voor bij honden, zowel bij grote als bij kleine honden. De klachten hierbij kunnen variëren van moeilijk kunnen opstaan of trager lopen tot uitval van de achterpoten. Dan slepen ze met de nagels en soms het hele voetje mee.

Grote honden hebben vaak last van lage rugklachten als ze ouder worden. Dit kan een slijtage probleem zijn of een acuut ontstaan probleem. Bijvoorbeeld door een verkeerde beweging.

Staart

De staart kent ook een veel voorkomend probleem, namelijk cold water tale. Dit is het plots stil houden van de staart. De staart hangt slap naar beneden, maar niet tussen de achterpoten, zoals bij angst. Meestal kan de hond nog wel kwispelen, maar heel voorzichtig. Bij aanraking of stoten van de staart geeft hij pijn aan.

De behandeling bestaat uit rust en eventueel ontstekingsremmers.

Heupen

HD - heupdysplasie

Heupdysplasie is een probleem bij voornamelijk grote honden, waarbij de heupen niet mooi gevormd worden. Normaal is een heup een mooi aansluitend kop en kom gewricht, maar bij honden met HD is dit gewricht niet mooi gevormd of niet mooi passend gevormd.

Bij grote hondenrassen wordt er bij de ouderdieren op gescreend, om dit probleem zo veel mogelijk te kunnen voorkomen. Door met gezonde ouderdieren te fokken, kunnen we problemen bij de jonge dieren zo goed mogelijk voorkomen. Dit kan nooit 100%, omdat niet alleen erfelijkheid een rol speelt. Ook voeding, omgeving, beweging en gewicht spelen een rol in de ontwikkeling van HD.

De behandeling van HD is afhankelijk van de leeftijd, de ernst van het probleem en het gewicht van de hond. Soms is een medicamenteuze behandeling met eventueel voedingssupplementen voldoende en soms is een operatie nodig.

Legg Pertes Calvé

Dit is eveneens een probleem in de ontwikkeling van de heup, maar dit komt door een verstoring van de doorbloeding van de heupkop. Uiteindelijk resorbeert de heupkop deels, waardoor een afwijkend gevormde heupkop ontstaat. Dit geeft spanning in het gewricht en daardoor pijn met lopen en staan. Hierdoor gaat de hond kreupel lopen of zijn pootje optillen.

Legg Pertes Calvé komt voor bij kleine honden en de behandeling bestaat uit de amputatie van de heupkop, waardoor de spanning van het gewricht is en de pijn snel zal verdwijnen. Er vormt zich een soort bindweefsel op de plaats waar de heupkop zat en dit zal de plaats van het gewricht innemen.

Knieën

Kruisbandruptuur

Kruisbandrupturen komen voornamelijk voor bij grote honden en een enkele keer bij een kleine hond. De hond loopt dan plots mank en zal met de teen voorzichtig de grond aanraken om maar niet op de poot te hoeven steunen. Sommige rassen hebben hier meer aanleg voor dan andere. De kwaliteit van de kruisband speelt een even grote rol als de beweging die de hond maakt.

De behandeling van een gescheurde kruisband bestaat uit een operatie om de kracht in de knie te laten overnemen door de patellaband. Dit is de pees die loopt van de knieschijf naar het onderbeen. De operatie die daarvoor nodig is, is de TTA Rapid.

 TTA Rapid informatiebrief

 

Patellaluxatie

Een patellaluxatie is het uit de groeve verplaatsen van de knieschijf bij beweging van het pootje. De knieschijf schiet van de normale plaats af, uit de groeve waarin hij zich normaal beweegt. Dit kan naar de binnenzijde (mediaal) of naar de buitenzijde (lateraal) van de poot zijn. Dit komt vooral voor bij kleine hondjes. Ook hier geldt dat de ouderdieren vaak worden gescreend op aanwezigheid van patellaluxatie. Vaak uit zich dit probleem in het af en toe een paar passen mank lopen of pootje optillen en daarna weer normaal verder lopen. Deze periodes worden steeds langer. We kunnen deze afwijkende beweging van de knieschijf corrigeren door de richting van de patellaband te veranderen, de groeve dieper te maken en eventueel de knieschijf smaller te maken.

Hak

De hak van een hond wordt ook wel tarsus genoemd. Een hak is een ingewikkeld gewricht met veel botjes, peesjes en bandjes. Al die bandjes en peesjes zijn gevoelig voor overbelasting en verkeerde bewegingen. Vaak is rust nodig en soms kan het nodig zijn om een brace aan te meten. Bij erge instabiliteit van de hak, is het stijf maken van het gewricht door een arthrodese een oplossing.