Diagnostische beeldvorming

Gedurende het onderzoek van een paard kan het noodzakelijk zijn om aanvullende onderzoekstechnieken te gebruiken om tot een diagnose te komen, zoals de radiologie (röntgenfoto's), echografie en endoscopie.

Radiologie 

Röntgenfoto’s worden onder andere bij keuringen en kreupelheden gebruikt om benige structuren (botten en gewrichten) waar te nemen en te beoordelen op eventuele afwijkingen.
Tijdens een röntgenologische keuring wordt bijvoorbeeld gekeken of er in de gewrichten sprake is van een bepaalde mate van arthrose of osteochondrose, die in de toekomst mogelijk aanleiding kan geven tot kreupelheid. Daarnaast is een röntgenfoto een goed diagnostisch middel om problemen ter hoogte van andere benige delen te onderzoeken, bijvoorbeeld problemen ter hoogte van de schedel (tandwortels), hals en rug.

Echografie 

Echografie wordt gebruikt bij kreupelheidsonderzoeken en bij gynaecologie. Echografie is een geschikte methode om weke delen in beeld te brengen en te beoordelen.

Bij een kreupelheidsonderzoek kan door middel van echografie worden vastgesteld of het paard een letsel heeft in de weke delen, zoals pezen, spieren en ligamenten.
Bij peesechografie wordt onderzocht of de pees een zodanige beschadiging heeft opgelopen, dat daarmee de kreupelheid van het paard kan worden verklaard of die mogelijk nog kan gaan leiden tot kreupelheid. Er kan met de echo een inschatting worden gemaakt, hoe groot het letsel is en hoe lang het paard rust moet houden. Ook kan na verloop van tijd de genezing van het letsel beoordeeld worden.

Bij gynaecologie wordt de cyclus van de merrie onderzocht. Tijdens de hengstigheid van de merrie wordt door middel van rectale echografie een scan gemaakt van de ovaria (eierstokken) en uterus (baarmoeder). Deze structuren worden beoordeeld op eventuele afwijkingen. Ook kan het moment van ovulatie (eisprong) van een follikel zo goed mogelijk worden bepalen, zodat het tijdstip van inseminatie van de merrie kan worden afgestemd. Enige tijd na de inseminatie wordt door middel van rectale echografie gekeken of de merrie drachtig is en extra gecontroleerd of er eventueel sprake is van een tweelingdracht.

Endoscopie

Deze techniek wordt gebruikt om de voorste luchtwegen (van neusingang tot en met luchtpijp) zichtbaar te maken en te beoordelen op afwijkingen. Meestal wordt endoscopie toegepast om te onderzoeken waar bepaalde klachten van het paard vandaan komen, zoals bij een neusbloeding, hoesten of een bijgeluid tijdens het rijden. Tijdens de keuring kan worden onderzocht of een paard lijdt aan cornage; door endoscopisch een filmpje te maken van het strottenhoofd en de stembanden, kan bepaald worden of er al dan niet sprake is van verlamming van één of beide stembanden (=cornage), die aanleiding geeft tot een fluitend bijgeluid tijdens het rijden (meestal in galop).